Mijn eigen kleine paradijs op dit moment: Sand Dollar Beach aan de Pacific in Californië, aan het eind van de middag, als de zon de bergen in een zachte gouden gloed wikkelt en een fijne nevel overal de scherpe randjes van afhaalt, terwijl een aantal surfers zich in het steenkoude water wagen op zoek naar ‘hun’ golf van die dag – surfen is heel erg zen heb ik me laten vertellen. En dan moet je je daar een sneeuwwitte meeuw bij voorstellen, die met een scheef koppie uiterst geduldig al je bewegingen volgt (‘Stukje brood!’ ‘Hapje!’). ‘Sand Dollar Beach’, een strand dat zijn naam ontleent aan de groene jade die je vindt waar je bij zit.
Er zijn gelukkig landschappen die onze verlorenheid zo in het kwadraat weerspiegelen en vergroten dat we er in verdwijnen. Een merkwaardig troostrijk gebeuren.
Mooi citaat uit Komrij’s gedicht ‘Gehavend’ (in de bundel Spaans benauwd):
‘Als ik hem aankijk raak ik in paniek. Wie ben jij schelp? Waar ken ik je toch van?’